REISVERSLAG : Guido De Vliegher


De voorbereiding
Na enkele fietsreizen verplicht binnen Europa tijdens de Corona pandemie, mocht het daarna gelukkig weer wat verder van huis in Azië (Cambodja, Vietnam en Laos), in Afrika (Egypte) en in Zuid-Amerika (Argentinië). Nu heb ik wel vrijwillig terug een bestemming binnen Europa gekozen … door de Balkan.
Toch weeral een rare historie hoe ik tot deze bestemming gekomen ben. In mijn gedachten speelde een reisje door Georgië, Azerbeidzjan en Armenië, tot ik iets verder keek, want door sommige interne conflicten en mede door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, zijn alle grensovergangen tussen Armenië en Azerbeidzjan gesloten. Hierbij wordt Armenië gesteund door Rusland terwijl Azerbeidzjan dichter aanleunt bij Turkije. Georgië is dan het neutraalste land en wil nauw samenwerken met Europa. Gevolg is dat ik moeilijk een haalbare en veilige fietsreis kan plannen bij deze situatie.
Nu moet het wel lukken dat ik toevallig een prijs win met mijn reisverslag van Colombia, een waardebon bij “Atlas & Zanzibar” (hun motivatie: jouw artikel heeft een heel goeie fit, zowel qua verhaal, schrijfstijl als fotografie) en ondertussen werd het ook gepubliceerd op hun website.
Daar laat ik geen gras over groeien, en ga die bon verzilveren in hun shop met allerlei reisboeken en kaarten van zowat alle landen (want als je het daar niet vindt, bestaat het niet denk ik). Hierbij kom ik vanuit mijn mislukte reisbestemming zoals hierboven beschreven, aan de andere kant van de “Zwarte Zee” tot bij de Balkanlanden.
Hier zie ik eerst Noord-Macedonië als een relatief onbekend vakantieland, maar dit land is op zich niet zo groot om er een maand te gaan fietsen en al vlug zie ik buurland Albanië als een snelgroeiende toeristische bestemming. Toen ik dan een fietsroute probeerde samen te stellen, kwam ik op het idee om er het noorden van Griekenland ook bij te doen om tot een gesloten lus te komen. In Griekenland fietste ik in 2001 reeds 1.185 km, maar dit was enkel door het zuidelijke deel, terwijl het noordelijk deel er dan toch wel heel anders zal uitzien, en ik de stad Thessaloniki ook wel eens wou bezoeken.
Dus weer werk aan de winkel, want dit zijn landen waar ik niet zoveel over weet qua geschiedenis, levensgewoonten, bezienswaardigheden en zo meer. En als ik deze achtergrondinformatie niet ken, kan ik niet met een goed gevoel door deze landen fietsen. Dit is ook wel nodig gezien ik onderweg graag zoveel mogelijk lokale contacten heb en hierbij soms wel eens een binnenlands probleem aan bod komt … ik wil hier dan niet uit de lucht vallen en in de grond zakken van schaamte doordat ik er niets over weet.
De “Balkanlanden” iedereen weet wel waar die zich bevinden … maar weinigen weten welke landen er uiteindelijk allemaal bij horen. Ja, van enkele centrale landen was ik wel zeker, deze die ik vooral kende door mijn bezoek aan enkele “Balkan Restaurants” in Duitsland, maar het volledig gebied start in het noorden met het land Kroatië en eindigt in het zuiden met Griekenland, maar er zijn nog delen van andere landen die bij het Balkanschiereiland behoren, zoals kleine gebieden in Italië, Slovenië, Roemenië en zelfs een stukje Turkije.
De basis om een fietsroute samen te stellen zijn enkele steden die ik wil ontdekken: Skopje, Tirana, Thessaloniki … en dit dan met een haalbare fietsroute te verbinden. Mijn reis die ik nu gepland heb gaat dus door het meest centrale deel van deze Balkanlanden, waar het oppervlak voor meer dan twee derde uit bergen bestaat, waarvan de helft zelfs uit een moeilijk toegankelijk hooggebergte. Ja, ik besef het wel, er zullen zo goed als geen vlakke fietsritten te vinden zijn. En vooral doordat ik de kust van Albanië al te toeristisch vind voor mijn manier van reizen … de kust zal ik enkel een paar dagen zien als ik naar de havenstad Thessaloniki fiets en dicht bij de Egeïsche Zee kom.
Tijdens deze reis kom ik dus door 3 buurlanden, maar behalve het reliëf zijn er toch weinig gelijkenissen tussen deze landen. Er is vooreerst een groot verschil in de historische achtergrond en de verdere evolutie tot wat ze nu geworden zijn : ondertussen alle drie wel een democratische republiek … Griekenland sinds 1974, nadat de monarchie er afgeschaft werd … Albanië sinds 1991, bij de val van de Berlijnse muur en einde van het communisme in Oost-Europa … Noord-Macedonië sinds 1991, na het uiteenvallen van de federale republiek Joegoslavië.
De eerste sporen van de Griekse beschaving zijn 6000 jaar oud. En het oude Griekenland wordt gezien als de bakermat van de Europese en westerse cultuur. Albanië werd eeuwen lang geregeerd door het Ottomaanse Rijk en werd in 1912 onafhankelijk, maar na de tweede wereldoorlog een satellietstaat van de Sovjet-Unie tot aan de val van het communisme. Noord-Macedonië is recent ontstaan na het in de jaren 90 uiteenvallen van Joegoslavië, waarbij de deelrepubliek zich in 1991 onafhankelijk verklaarde onder de naam Macedonië, welke als een compromis na een jarenlange strijd met Griekenland in 2018 Noord-Macedonië geworden is omdat een provincie in Noord-Griekenland ook Macedonië heet.
De reis


Dat ik bergen zou zien was gepland, want bewust heb ik de Albanese kust ontweken (zal wel mooi zijn, maar dat is voor een ander soort toeristen). Dat er zoveel hoogtemeters zouden zijn had ik verwacht, maar hierbij een paar honderd meter klimmen over onverharde wegen was wel extra hooi op de vork (langs binnenwegen, en begrijp goed, onverhard is hier af en toe los zand, maar vooral losse keien). Ik durf wel mee te geven dat er regelmatig een stuk te voet bij hoorde (alles boven de 8%) en dit zowel bergop (te moeilijk fietsen, met mijn bagage achterop) als bergaf (te gevaarlijk fietsen, door het gewicht van de bagage).
Begrijp me hier echter niet verkeerd, daar beleef ik op mijn manier ook wel plezier aan, ervan genieten is de basis om het nog steeds te blijven doen. Veel drinken onderweg is een must (gelukkig kan ik af en toe water tanken dat uit de rotsen vloeit) maar eten, vergeet het, want er zijn helemaal geen dorpjes langs deze wegen.
Ik kan je verzekeren dat dan na de douche een lokaal, gekoeld biertje zalig naar binnen loopt, vloeibaar middagmaal met wat nootjes, kaasblokjes of gedroogde worst erbij.

Nog een dorps- of stadswandeling en ik kijk al uit naar een restaurantje voor mijn avondmaal, honger had ik ondertussen ook al.
Verder waren het meestal gewone, minder drukke verbindingswegen. Hier was het dan wel aandachtig zijn om de soms grote putten in de weg te ontwijken. Er was wel regelmatig een dorpje voor een ontbijt (indien dit niet voorzien was bij mijn overnachting) of een licht middagmaal om eens te pauzeren en tevens mee te genieten van de kleine lokale gewoontes. Zoals in de bergen een geroosterde forel of een stevige soep Tas Kebab … simpel maar o zo lekker … telkens werd ik als “eenzame” fietser zo goed ontvangen. Af en toe eens langs een drukke weg was bij bepaalde trajecten onvermijdelijk, maar hier kon ik dan meestal op een brede zijstrook fietsen.
Ook kreeg ik een paar dagen te maken met extreem hoge temperaturen, tot 43°C, voor de lokale bevolking zelfs te warm om nog buiten te komen.

Mijn oplossing voor zo een dag is om 6u ‘s morgens te starten met fietsen (dan is het toch ook al 24°C) maar tegen de middag had ik mijn doel bereikt (bij nog net aangename temperaturen om te fietsen, net boven de 30°C).
Plots was er dan ‘s nachts een hevig onweer met bliksem en gedonder en de volgende dag vertrok ik bij 19°C en werd het met moeite 34°C in de namiddag.
Dat is dan ook nog wel eens een voordeel van per fiets door een land te trekken, naast de voeling met het reliëf, contact met de bevolking en mee beleven van hun lokale levenswijze, ook nog het aanvoelen van het klimaat, hier vooral warm, zelfs geen druppel regen tijdens het fietsen.
Gefietst door 3 buurlanden, zo dichtbij en toch zo verschillend, vooral beïnvloed door de ontwikkeling van het toerisme: prijs – gastvrijheid – lokaal mee genieten.
Hoe belangrijk toerisme is kan ik hier makkelijk rangschikken per land: 1 = Griekenland, 2 = Albanië, 3 = Noord-Macedonië. De prijzen voor overnachting en maaltijden liggen in dezelfde lijn (en zowat evenredig met het gemiddeld inkomen) … dit is ten opzichte van de Belgische prijzen: Griekenland 50%, Albanië 35%, Noord-Macedonië 25%. De gastvrijheid van de bevolking is hier dan in omgekeerde volgorde.
Bergen, dalen, heuvels, en toch heb ik tweemaal de zee gezien, de eerste keer bewust gepland langs de Egeïsche zee om naar Thessaloniki te fietsen. Over de bergen naar het stadje Platamon, met bijna Belgische toestanden van hoogbouw, hotels en restaurants langs de kust. Eigenlijk nog erger, want het plaatsje telt amper 2.000 inwoners, tot er plots in het toeristisch seizoen wel 100.000 bezoekers kunnen zijn (vooral dagjestoeristen) maar er zijn meer dan 100 hotels waarvan sommige wel 100 familiekamers hebben … restaurants en bars zijn er nog meer.

Hier kwam de visliefhebber in mij wel echt naar boven (trouwens de meeste restaurants zijn daar visrestaurants met slechts een paar vleesgerechten op de menukaart).
Ik vond er toch wel twee van mijn favoriete visgerechtjes, die zelfs bij ons moeilijk te verkrijgen zijn. Voorgerecht een bord vol gefrituurde spieringvisjes opgediend met citroen en brood. Hoofdgerecht gegrilde octopus met een vinaigrette om duimen en vingers af te likken (dat heb ik dan ook gedaan … hahaha). Daar dan nog een litertje lokale witten wijn bij en ik was naar onze normen goedkoop af voor zo’n luxe avondmaal.
De tweede keer dat ik de zee gezien heb was heel onverwacht, want ik had een ”reserve dag” ingepland (je weet maar nooit dat er iets fout loopt, of zelfs een regendag waarbij mijn fiets niet wil buiten komen … en gezien mijn terugvlucht vast ligt, wil ik wel tijdig aan de luchthaven zijn), maar ik had die dag niet opgebruikt en dus op het einde nog een dagje vrij in te plannen.
Zie ik daar via een haalbare omweg van Skuraj via Patok naar Tirana toch wel een mooie, en ongelooflijk niet-toeristische lagune. Ik heb daar geslapen in een hotelletje langs 3 zijden in de zee, met hun restaurant allemaal hutjes op palen in het water.
Daar heb ik nog eens mijn visvoorkeur kunnen aanspreken, met als voorgerecht gegrilde octopus (zo mooi opgediend, zo lekker en zo veel) maar als hoofdgerecht zag ik paling op de menukaart staan (ja, die wordt ook in de lagune gevangen heeft de chef mij bevestigd).
Natuurlijk heb ik in het binnenland, hoofdzakelijk de lokale keuken geproefd, dat is dus vlees, vlees en nog eens vlees met uitzondering van zoetwatervis zoals forel en karper in de bergen. Overal kon ik wel kip, varken of rund bestellen … maar hier toch meer lam in het zuiden van Albanië en het noorden van Griekenland en geit in Noord-Macedonië en het noorden van Albanië.
Wat me achteraf opgevallen is … ik heb slechts een paar dagen tijdens deze reis geen Feta of vergelijkbare geitenkaas gegeten … het hoort overal bij, van het ontbijt tot het avondmaal, ofwel bij hun slaatjes ofwel als garnituur bij een gerecht en anders gewoon als volwaardig gerecht.
Het mooiste van deze fietsreis was wel de natuur in haar vele facetten, van gebergte met begroeiing, vruchtbare valleien met graangewassen en allerlei groenten, tot gebergte met kale vlakten en droge steken met enkel nog olijven en dan dichter bij de kust totaal anders, daar zag ik veel plantages met noten, perziken, abrikozen, pruimen en zelfs kiwi’s.
Toch zijn er ook een paar fantastische steden, moeilijk om de mooiste er uit te kiezen, maar voor mij was Skopje toch wel een hoogtepunt. Dag en nacht verschil tussen de oude stad (met bazaars en smalle straatjes) en aan de overkant van de rivier Vardar de nieuwe moderne stad. Waarschijnlijk de stad met het meeste aantal standbeelden ter wereld, zoveel had ik er nog nooit gezien.
Dan is er ook Tirana die me vooral zal bij blijven door de unieke, grillige en soms ook wel gewaagde architectuur van de nieuwe hoogbouw. Verrassend voor mij als Belg, was daar ook wel Pan’s Microbrewery, met toch een paar bieren van Belgische kwaliteit, waarvan hun IPA er met kop en schouders bovenuit stak. Ik had daar een degustatieplank met 5 bieren die ik zelf mocht kiezen uit hun 11 soorten, waarvan 3 fantastisch lekker en 2 minder mijn smaak.
De mooiste stad in Albanië was voor mij Berat, ik ben er zelfs een dag langer gebleven dan gepland om het kasteel boven op de rots te bezoeken. Het kasteel is hier eigenlijk een klein dorpje binnen de muren, met overal nog de originele smalle straatjes.
Je mag hier Gjirokaster echter ook niet overslaan, op de werelderfgoedlijst van de Unesco, maar hierdoor ook vol toeristen zodat het niet echt origineel meer is, wel nog mooi in de vroege ochtend als de meeste toeristen nog niet wakker zijn.
In Noord-Macedonië heb ik de mooiste herinneringen aan Mavrovo, rond het meer hoog in de bergen, zelfs een skigebied in de winter, maar ook in de zomer zo gezellig wandelen rond het meer en in de bergen … zalig.
Andere niet te missen plaats in Griekenland is Kalampaka, waar er nog 6 meteoren met een klooster op de top bekroond zijn, oorspronkelijk waren er 24 gebouwd in de 15e eeuw, ik heb er 2 van bezocht.
Onderweg zag ik toch ook wel een paar historisch gegroeide onhebbelijkheden.
Het eerste in Albanië waar een Griekse koffie altijd als Turkse koffie op de kaart staat, trouwens alles dat naar Griekenland verwijst wordt zoveel mogelijk omzeild door er een andere naam aan te geven … de vele Grieks-Albanese conflicten zijn nog niet verteerd.
Het tweede in Noord-Macedonië waar op veel borden langs de weg het deel Noord geschrapt of overschilderd werd … omwille van het verloren naamconflict met de Griekse provincie Macedonië mocht het land die naam niet meer gebruiken.
Dan had ik ook nog twee onvergetelijke overnachtingen, dit zelfs niet in een stadje of een dorp, maar gewoon ergens tussenin. De eerste in een historisch gebouw uit 1825, Kulla Hupi op weg naar Bulqizë, zonder dichte buren, wel een steile klim, onverhard van 300 meter aan 20%, heb ik te voet moeten doen.
Het tweede in een gerestaureerde en omgebouwde boerderij, N’Kanu op weg naar Rrëshen, wat een mooi gebouw in originele stijl … met een restaurant, weinig keuze, maar met heel veel zelfgekweekte of zelfgemaakte ingrediënten, zoals olijven, geitenkaas, …
Ik kan besluiten dat het wel een heftige fietsreis was met 1.796 kilometer en 13.804 hoogtemeter bij temperaturen tussen 19°C en 43°C.
Alhoewel ik als gepensioneerde er mijn eigen wending aan gegeven heb, waar ik dit vroeger in 4 weken zou gedaan hebben, plande ik dit nu over 6 weken gespreid … minder lange fietsritten per dag … meer dagen zonder fietsen om een stad of streek grondiger te bezoeken. Gezien ik geen “fietser” ben, maar een “toerist” was dit nog meer en langer genieten van deze reis.
Anekdotes van Albanië, Griekenland en Noord-Macedonie en ook "mijn dagboek Balkanlanden" vind je op de Guido De Vliegher website
Fietsgidsen en fietskaarten voor Balkan:
Kaarten en reisgidsen voor Balkan: